Deze geslaagde en leerzame dag met diverse worskhops werd ook dit jaar bezocht door een divers gezelschap van o.a. boeren, agrarische collectieven, terreinbeheerders, boswachters, vrijwilligers, onderzoekers en andere betrokkenen bij boerenlandvogels die hun ervaringen en inzichten met elkaar hebben gedeeld.
De presentaties die tijdens deze interessante Kennisdag zijn gegeven vind je hier:
 |
Presentatie BAM-akkers Dimmy van Ruiten (Rotterdam De Boer Op) en Sander Bernaerts (landbouwadviseur) De presentatie werd aangevuld door deelnemende agrariërs Johan van Beek en Jacob Noordermeer. BAM staat voor Biodivers Akker Mozaïek. Het is een vlakdekkende maatregel op een agrarisch bedrijf. Er wordt gestreefd naar een grote, jaarronde gewasvariatie en een hoge biodiversiteit om zo een geschikt leefgebied te creëren voor veel soorten vogels en andere akkerfauna en -flora, alles in balans met de agrarische productie. De ecologische resultaten van goed gelukte BAM-akkers overtreffen de verwachtingen, met name op het gebied van bestuivers. Ook worden veel broedende gele kwikstaarten gemeld en op sommige plekken ook broedende veldleeuweriken. In de winter zijn op veel meer BAM-akkers veldleeuweriken aanwezig. |
| |
Katten en weidevogels In twee gebieden in Groningen (Hekkum) en Friesland (Soarremoarre) heeft Esther Swankhuizen onderzoek gedaan naar predatie door katten. Katten staan in de top 3 van meest invasieve soorten ter wereld. Voor verschillende weidevogels is bijgehouden hoeveel nest- en kuikenoverleving er is in dat gebied per soort. Als er dode kuikens worden gevonden wordt er DNA afgenomen om te bepalen welk roofdier het kuiken gepakt heeft. Voor beide gebieden en soorten geldt dat er weinig tot geen kuikens vliegvlug zijn geworden. Toch lijkt de kat daar in de meeste gevallen niet de oorzaker van te zijn. DNA-onderzoek kan maar bij 2 van de 8 gevallen aantonen dat een kat de dader was. In 4 gevallen was dit onzeker. Veel katten zijn dus regelmatig aanwezig in weidevogelgebieden, zowel overdag als ’s nachts. Ondanks dat ze niet heel veel kuikens doden, verstoren ze wel degelijk. Het blijft een enorm gevoelig punt: mensen zijn dol op weidevogels, we weten dat katten niet in het buitengebied mogen zijn, we weten dat ze een grote inbreuk doen op weidevogels en andere dieren, maar we vinden het heel moeilijk om dáár iets aan te doen. Zodra je aan de katten komt, vind je enorm veel weerstand. Het is daardoor lastig om maatregelen te treffen die op brede steun kunnen reken en/of die goed te handhaven zijn. |
| |
Lerend Beheren Het collectief Weidehof Krimpenerwaard heeft 2 hoofddoelen:
Ook zij maken gebruik van beheermozaïek, dit wordt jaarlijks geëvalueerd. De basis van lerend beheren is monitoren. Telmomenten van de broedparen en gezinnen blijven een lastig punt. Er wordt nu in april geteld op broedparen en in mei op gezinnen. Een derde telling in juni lijkt logisch, maar blijkt uit ervaring lastig te zijn. Veel gruttojongen zijn eind mei al vliegvlug. Die tel je dus niet meer in juni, maar niet per se omdat ze dood zijn. Aan de andere kant blijft het lastig, want laat geboren kuikens zijn in juni misschien 1 à 2 weken oud. De kans dat zij het niet redden blijft dan aanwezig. Het tweede deel focust op het beheer van kieviten. Profiteren zij ook van gruttobeheer? Wat hebben zij nodig? Ten eerste, kieviten broeden langer, en het duurt langer voordat de kuikens vliegvlug zijn. Interessant punt: een belangrijk verschil is dat gruttokuikens de insecten van gewassen pikken, en de kievitkuikens pikken ze van de grond. Dit kan verklaren waarom de kieviten veel meer moeite hebben met de droge perioden en droge grond. |
|
|
Mest en weidevogels Voor de provincie Zuid-Holland wordt onderzoek uitgevoerd naar de voorwaarden voor kievitsucces op (mais)bouwland. Voor pullen van zowel kievit als grutto is de aantalsdichtheid van levende organismen van belang. Hoeveel en welke mest wordt toegevoegd hangt af van grondsoort, waterstand en neerslag maar is bepalend voor het aanvullen van de voedingsstoffen in de strooisellaag. Kruidenrijkdom biedt meer soorten flora, maar heeft geen invloed op het aantal loopkevers. Het toevoegen van meststof, zelfs gereguleerde afgifte na de eerste snee, geeft een te uitbundige groei voor de weidevogels. Verlaging van het waterpeil vertraagt de grasgroei. De beste manieren om grasgroei te vertragen zijn langjarig niet bemesten, hoog waterpeil en voorbeweiden. Door de lage pH is de grasgroei op natuurgronden veel langzamer dan op agrarische grond. Advies van de onderzoekers is om te bemesten in mozaïeken, voorwaarden te stellen rond plasdras en te zorgen voor dichte, korte vegetatie. Percelen met de slechtste productie/opbrengst, zijn de beste percelen voor boerenlandvogels. De balans tussen economie en ecologie zijn bepalend voor de te treffen maatregelen. |
Geef hier jouw feedback of deze tip interessant is geweest voor jou.
Vertel ons waarom je deze tip niet interessant vond.
Met het platform ZelfDoen in Zuid-Holland faciliteert De Groene Motor vrijwilligers in groen en erfgoed. Lees meer over fondsen, leen gratis gereedschap, schrijf je in voor een cursus of informeer jezelf met ARBO en veiligheidstips.
